Voor de verlichtingsniveaus op werkplekken met verhoogd risico geldt: Een verlichtingsniveau op het referentievlak van niet minder dan 10 van de normaal vereiste verlichtingssterkte voor de betreffende taak, maar niet minder dan 15 lux (zie ook NEN-EN 1838 4.4.1). Dit betekent, dat bekeken moet worden welke waarde hoger is: 10 van de normaal vereiste verlichtingssterkte of 15 lux. De hoogste waarde van die vergelijking moet worden toegepast.