Rondom noodverlichting hangt allerlei wet en- regelgeving. Met name gebouwbeheerders zien door de bomen het bos niet meer. Iemand die moet investeren in een noodverlichtingsinstallatie stelt vaak terecht kritische vragen. Is dat allemaal wel nodig? Waar staat dat het moet? Er zijn diverse wetten en normen waarin wordt gesproken over noodverlichting. Het is echter niet eenvoudig om op basis van een simpel artikeltje uit een wettekst te laten zien waar de noodverlichting precies gemonteerd moet worden en hoeveel armaturen nodig zijn in een specifiek geval.

Wet- en regelgeving rondom noodverlichting

Bij wet- en regelgeving is het belangrijk om het complete verhaal in de juiste volgorde te lezen. Zo zie je dat het Bouwbesluit en de Arbowet in principe naast elkaar bestaat en je daarna naar de NEN, EN, ISO ene ISSO kijkt.

In Kennisblad-TP-04-Regelgeving vind je alle details omtrent regelgeving terug. We bespreken de volgende wet- en regelgeving:

Bouwbesluit 2012 noodverlichting

De overheid heeft in het Bouwbesluit 2012 vastgelegd welke voorschriften er gelden. Een bouwwerk moet altijd aan deze voorschriften voldoen. Vanaf het Bouwbesluit is doorverwezen naar normen. Met deze normen bepaal je of er aan een normering uit het Bouwbesluit is voldaan. In het Bouwbesluit 2012 is aangegeven welke voorschriften er met betrekking tot noodverlichting zijn. Hieronder zetten we de belangrijkste verwijzingen op een rij:

In artikel 6.1 staat:

  • Een bouwwerk heeft een zodanige verlichtingsinstallatie dat het bouwwerk veilig kan worden gebruikt en verlaten.

In artikel 6.3 is geformuleerd dat:

  1. Een verblijfsruimte voor meer dan 75 personen en een besloten ruimte waardoor een vluchtroute uit die verblijfsruimte voert, hebben noodverlichting.
  2. Een onder het meetniveau gelegen functieruimte als bedoeld in artikel 6.2, tweede lid, heeft noodverlichting.
  3. Een besloten ruimte als bedoeld in artikel 6.2, vierde lid, heeft noodverlichting. Een besloten ruimte waardoor een beschermde (vlucht)route voert.
  4. Een wegtunnelbuis heeft noodverlichting.
  5. Noodverlichting als bedoeld in het eerste tot en met vierde lid geeft binnen 15 seconden na het uitvallen van de voorziening voor elektriciteit gedurende ten minste 60 minuten een op een vloer, een tredevlak of een hellingbaan gemeten verlichtingssterkte van ten minste 1 lux.

Daarnaast is in artikel 6.24 aangegeven welke richtlijn er rondom vluchtrouteaanduidingen zijn. In artikel 6.4 is aangegeven dat verlichting moet zijn aangesloten op een voorziening voor elektriciteit.

Het Bouwbesluit verwijst op haar beurt naar allerlei NEN-normen. Deze zeggen iets over de kwaliteit en veiligheid waaraan producten moeten voldoen.

Arbowet noodverlichting

In de Arbowet is gesteld dat werkgevers er verantwoordelijk voor zijn dat er aan werknemers een veilige uitweg wordt geboden in noodsituaties. Alle plekken waar arbeid verricht wordt en iedereen die arbeid verricht is onderdeel van de Arbowet. In de Arbowet zie je aan welke verplichtingen werkgevers zich richting werknemers moeten houden.

Volgens de Arbowet is de werkgever verantwoordelijk voor de veiligheid van medewerkers, bezoekers en leveranciers. Zo moet de werkgever zorgen dat er vluchtroutes en nooduitgangen zijn. Noodverlichting behoort tot de voorzieningen die noodzakelijk zijn om veilig gebruik te maken van de vluchtroutes en nooduitgangen.

In de Arbowet staat:

Artikel 15. Deskundige bijstand op het gebied van bedrijfshulpverlening

  • Het verlenen van eerste hulp bij ongevallen.
  • Het beperken en het bestrijden van brand en het beperken van de gevolgen van ongevallen.
  • Het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle werknemers en andere personen in het bedrijf of de inrichting.

Onderdeel van de Arbowet is het Arbeidsomstandighedenbesluit. De voorschriften zijn algemeen geformuleerd en geven aan welk resultaat het arbobeleid moet hebben. Zij leggen niet dwingend op hoe dat resultaat bereikt moet worden.

Hierin zijn diverse Europese richtlijnen opgenomen die de veiligheid en gezondheid op de werkplek centraal stellen. 

Arbeidsplaatsen (89/654/EEG)

Deze Europese richtlijn is in Nederland geïmplementeerd in het Arbobesluit. Het gaat hier om concrete zaken met betrekking tot arbeidsplaatsen in zijn algemeenheid. Te denken valt aan regels rondom de stabiliteit en stevigheid van gebouwen, elektrische installaties, vluchtwegen en nooduitgangen, deuren en poorten. Deze richtlijn zie je terug in:

Artikel 3.6. Vluchtwegen en nooduitgangen

Doeltreffende maatregelen zijn genomen teneinde het mogelijk te maken dat de werknemer, indien een toestand ontstaat waarin direct gevaar voor zijn of haar veiligheid of gezondheid aanwezig is, zich snel via de kortst mogelijke weg in veiligheid kan stellen.

Artikel 3.7. Veilig gebruik van vluchtwegen en nooduitgangen

  • Vluchtwegen en nooduitgangen zijn vrij van obstakels. 
  • Nooduitgangen kunnen te allen tijde worden geopend. 
  • Deuren van nooduitgangen en deuren op het traject van de vluchtwegen zijn op eenvoudige wijze van binnenuit naar buiten toe te openen. 
  • Schuif- en draaideuren worden niet als nooduitgang gebruikt. 
  • De vluchtwegen en nooduitgangen die bij het uitvallen van de verlichting slecht zichtbaar zijn, zijn voorzien van een adequate noodverlichting. 
  • De vluchtwegen, de deuren en poorten op het traject van de vluchtwegen alsmede de nooduitgangen zijn gemarkeerd door signalen die voldoen aan het bij of krachtens afdeling 2 van hoofdstuk 8 bepaalde.

Artikel 3.9. Noodverlichting

Arbeidsplaatsen waar werknemers bij het uitvallen van het kunstlicht aan bijzondere gevaren zijn blootgesteld, zijn voorzien van adequate noodverlichting. Indien noodverlichting niet mogelijk is, beschikken de werknemers over individuele verlichting.

Veiligheids- en/of gezondheidssignalering (92/58/EEG)

Deze richtlijn is verwerkt in afdeling 2 van hoofdstuk 8 van het Arbobesluit en hoofdstuk 8 van de Arboregeling. Je ziet de richtlijn terug in:

Artikel 8.4. Algemene vereisten veiligheids- en gezondheidssignalering

  • Ter voorkoming of beperking van gevaren voor de veiligheid en de gezondheid van werknemers zorgt de werkgever ervoor dat, indien de gevaren op de arbeidsplaats of de gevaren van een arbeidsmiddel daartoe aanleiding geven, doeltreffende veiligheids- of gezondheidssignalering aanwezig is.
  • Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot het eerste lid.

NEN-normen noodverlichting

NEN beheerst nationale normen en is een toegangspoort tot Europese en mondiale normen. De meest voorkomende internationale afspraken staan op een rij. Het is verplicht om Europese normen nationaal over te nemen. Nederlandse normen voor de Europese markt dragen een NEN-EN codering.

Er wordt in het Bouwbesluit 2012 meerdere malen naar NEN-EN 1838 verwezen. In deze norm staan de lichttechnische voorschriften waaraan noodverlichting in gebouwen moet voldoen. De norm lees je in samenhang met het meest recente Bouwbesluit en de Arbowet.

Sinds 2014 is er op nationaal, Europees en internationaal niveau één norm voor veiligheidssymbolen. De CEN (Comité Européen de Normalisation) heeft de internationale norm ISO 7010 ‘Registered safety signs’ overgenomen voor Europa. Ook voor Nederland heeft dit voor consequenties gezorgd.

Als aanvulling op de NEN-EN-ISO 7010 zijn er veiligheidssymbolen opgenomen in de NEN 3011. De NEN 3011 wordt rechtstreeks aangestuurd door Bouwbesluit artikel 6.24 lid 1.

NEN 1010 geeft aan hoe laagspanningsinstallaties op een veilige manier worden aangelegd en uitgebreid. Net zoals andere NEN-normen gaat het niet om wetgeving, het gaat om specifieke afspraken binnen die markt die op nationaal niveau gelden en in dit geval ook een vertaling zijn van Europese installatievoorschriften voor laagspanning. NEN 1010 wordt gezien als overkoepelende norm, specifieke eisen op het gebied van noodverlichting worden in andere NEN-normen besproken.

In Kennisblad-TP-03-NEN-1010 vind je alle details omtrent de NEN 1010 terug.

Deze norm definieert de algemene eisen voor centraal gevoede noodverlichtingssystemen. De opbouw en aanleg van systemen zijn uitgebreid beschreven. Als noodverlichtingssystemen niet aan deze norm voldoen, kunnen zich risico’s vormen of is het niet mogelijk om te vluchten. Bij het onvoldoende naleven van deze eisen, kan het zelfs zo zijn dat vluchten in het geheel onmogelijk wordt. Daarnaast dient de juiste informatie continu beschikbaar te zijn. Zo moet een voedingskast het volgende aangeven: voltage batterij, laadstroom en uitgaande stroom van de batterijlader.

In deze norm staan voorschriften over noodverlichting, het ontwerpen van een noodverlichtingsinstallatie, de keuze voor een systeem, het onderhouden ervan en het vastleggen van informatie. In de norm staan veel verwijzingen naar NEN-EN 1838 en de productnorm voor verlichting: NEN-EN-IEC 60598-2-22. Als noodverlichtingssystemen niet voldoen aan de genoemde eisen, is het niet of slechts in beperkte mate mogelijk om te vluchten, ook kunnen andere risico’s een rol spelen. Testen gebeurt dagelijks, maandelijks of jaarlijks. Zo dienen batterijsystemen dagelijks gecontroleerd te worden en is er een visuele inspectie nodig voor de systemen. Op basis van een visuele inspectie kan besloten worden of er een test nodig is. Noodverlichtingssystemen dienen maandelijks een functietest te ondergaan, dit door spanningsuitval na te bootsen. Zo kunnen lichtbronnen, armaturen en batterijsystemen een autonomietest krijgen. Testresultaten worden in een logboek verwerkt.

In deze norm zijn er eisen vastgelegd waaraan noodverlichtingsarmaturen moeten voldoen. Geaccrediteerde keuringsinstanties zoals DEKRA (voorheen KEMA), gebruiken deze norm als uitgangspunt. Door middel van deze NEN-EN-IEC 60598-2-22 kan worden zeker gesteld dat veiligheidseisen in acht zijn genomen. Zo wordt zeker gesteld dat noodverlichtingsarmaturen functioneren in noodsituaties. Ook als armaturen binnen de bestaande verlichting gebruikt worden voor noodverlichting, moeten de eisen uit NEN-EN-IEC 60598-2-22 zijn opgevolgd.

De in deze norm beschreven eisen komen overeen met de eisen van NEN-EN 1838 en die van het meest recente Bouwbesluit. NEN 2443 is de norm die door partijen uit de parkeersector is vormgegeven. De norm is bedoeld als toetsingskader en geen Programma van Eisen. De norm gaat over een verzameling van minimale eisen en niet over het kwaliteitsniveau van parkeervoorzieningen.

EN-normen noodverlichting

EN-normen zijn opgesteld onder toezicht van de Europese normalisatie-organisatie. Een Europese richtlijn heeft geen rechtstreekse werking, maar behoefte nationale implementatie. In de eigen landstaal dus, met een gemeenschappelijke code. De Nederlandse EN 100 noem je NEN-EN-100. In Duitsland heet deze norm DIN-EN-100 en in België NBN-EN-100. Al deze normen zijn identiek.

ISO-normen noodverlichting

Internationale normen zijn ontwikkeld bij ISO. Er geldt geen mondiale implementatieplicht. ISO is door Nederland geaccepteerd en krijgt de codering NEN-ISO. Is een normering nationaal, Europees en internationaal geaccepteerd? Dan is deze herkenbaar aan een NEN-EN-ISO codering.

ISSO-publicatie 79 gaat in op de huidige eisen rondom inspectie en onderhoud van noodverlichting. Hierin wordt beschreven welke regelgeving, normen, aanbevelingen en randvoorwaarden er zijn. Dit wordt concreet gemaakt aan de hand van beeldmateriaal, tabellen en stroomschema’s. Ook wordt laten zien hoe een checklist, onderhoudsschema en logboek gebruikt wordt.

IEC-normen noodverlichting

De IEC (International Electrotechnical Commission) ontwikkelt en publiceert algemene internationale normen voor elektrische componenten en apparatuur. De IEC is niet verantwoordelijk voor de naleving van deze normen. De IEC stelt voor en ontwikkelt.

Vluchtrouteaanduiding

Wereldwijd zijn er steeds meer landen die de internationale norm voor veiligheidssymbolen ISO 7010 hanteren. Ook in Europa wordt deze norm steeds vaker gehanteerd. Dat komt de herkenbaarheid van de pictogrammen ten goede. In Nederland heeft men besloten om zich in 1 september 2012 bij de harmonisatie aan te sluiten.

In het Bouwbesluit is aangegeven dat voor nieuwbouw (vanaf 7-2015) de NEN 3011 moet worden aangehouden voor wat betreft vluchtrouteaanduiding (nieuwe pictogrammen). Voor bestaande bouw (tot 7-2015) geldt het rechtens verkregen niveau en mag de NEN 6088 worden aangehouden (oude pictogrammen).

Welke pictogrammen en kleuren zijn er?

Betekenis Naam RAL  RGB Kleur
Zekerheidstoestand    Groen    6032    #237F52  

Hoe zit dit bij bestaande gebouwen?

Om de overgang te bevorderen is het wenselijk om ook bij aanvullingen of aanpassingen aan nieuwe installaties, nieuwe pictogrammen toe passen. Het is niet bezwaarlijk nieuwe pictogrammen toe te passen zonder de bestaande aanduidingen te vervangen. De kans op verwarring is uiterst gering en oude pictogrammen verdwijnen geleidelijk uit beeld. De NVFN heeft besloten om oude pictogrammen vanaf 1 januari 2016 uit te faseren. Oude pictogrammen zijn in uitzonderlijke gevallen nog steeds leverbaar.

In Kennisblad-IO-01-Vluchtrouteaanduiding vind je alle details omtrent vluchtrouteaanduiding terug.

Alles over noodverlichting

Kennis delen over noodverlichting en aanverwante thema’s is van groot belang. Om de toegang tot deze kennis zo laagdrempelig mogelijk te maken heeft NVFN alle informatie in een overzicht gezet. Vanaf deze pagina vind je alle belangrijke informatie rondom noodverlichting. Informatie over verschillende soorten noodverlichting, accu’s, wet- en regelgeving en onderhoud.

Alles over noodverlichting

Kennis- en praktijkbladen

Bij NVFN-leden is veel kennis over noodverlichting en noodverlichtingssystemen. Bundelen en delen is daarbij van groot belang. Om de toegang tot deze kennis zo laagdrempelig mogelijk te maken heeft de NVFN een kennis- en praktijkbladen ontwikkeld. Alle informatie op NVFN.nl is op deze kennis- en praktijkbladen gebaseerd en zijn interessant voor iedereen die een stuk verdieping nodig heeft.

Kennis- en praktijkbladen