Dit wordt vastgelegd in het inspectieverslag dat in het logboek is opgenomen. Het logboek bevat de reden van de inspectie, de basis van de prestatie-eisen, recente tekeningen van het gebouw, (eerdere) inspectie data, N.A.W. gegevens van het inspectiebedrijf, toegepaste meetinstrumenten, registratie van al het geïnspecteerde en geteste, opmerkingen en advies.
Als de inspecteur vaststelt, dat de installatie voldoet aan de prestatie-eisen zoals gesteld in het antwoord op vraag IC-1.
Deze dienen geschikt te zijn voor de omgevingsfactoren en te voldoen aan de NEN-EN-IEC 60598-2-22.
Deze dienen geschikt te zijn voor de omgevingsfactoren en te voldoen aan de NEN-EN-IEC 60598-2-22, lichttechnische eisen uit de NEN-EN-1838 en de eisen die gesteld zijn aan de pictogrammen in de NEN-6088.
Waarborgen van een optimale werking van de noodverlichtingsinstallatie en het minimaliseren van de kans op onverwachte storingen.
Het herstellen van de bij de inspectie, en tussentijds, naar voren gekomen tekortkomingen van de noodverlichtingsinstallatie.
De items zijn; visuele controle, laatste controle datum, onderzoek behuizing, functietest, brandduurtest, lichtbron, onderzoek binnenkant armatuur.
Bij invloeden van buiten valt te denken aan hoge temperaturen, lage temperaturen, wisselende temperaturen, mechanische schade b.v. sport of vandalisme, reinigingsmiddelen, regen en water onder (hoge)druk.
De lichtbron dient vervangen te worden aan het einde van de verwachtte levensduur, bij teruggang van de noodzakelijke lumen output, verandering in de kleurechtheid, onvoldoende kwaliteit om de tijdsinterval naar het volgende onderhoud te overbruggen.
De accu dient vervangen te worden bij een defect, aan het einde van zijn verwachtte levensduur,onderschrijding van de noodzakelijke autonomie (meestal 1 uur), onvoldoende kwaliteit om hettijdsinterval naar het volgende onderhoud te overbruggen.