Conform NEN-1010 moeten noodverlichtingarmaturen die niet continu in bedrijf zijn, worden geactiveerd door een defect in de voeding naar de normale verlichtingsarmaturen in de ruimte waarin zij aanwezig zijn. Van noodverlichtingarmaturen die continu in bedrijf zijn moeten de normale voedingsbronnen worden bewaakt bij de hoofdschakel- en verdeelinrichting. Dit is niet van toepassing voor onafhankelijke batterijeenheden (decentrale armaturen). Het belang hiervan wordt ook verwoord
in de NEN-EN 50172 (hoofdstuk 4.1: noodverlichting moet niet alleen in werking treden bij een volledige uitval van de normale energievoorziening, maar ook bij een lokale storing zoals in een eindgroep).